maandag 30 juli 2012

Ischemisch preconditioneren - deel 2

De trouwe volger van deze blog denkt "Was er een deel 1 dan?" Jawel onder de meer Jip en Janneke titel "Bind je benen af en loop harder"

Waarom een deel 2? Omdat ik mijn vraag aan het einde van de vorige posting deels beantwoord heb gekregen! OK, eerst terug naar het oorspronkelijke bericht.
In dat bericht werd aangegeven dat ischemisch preconditioneren (‘afbinden van de benen’) een positieve invloed heeft op de loopprestaties. Aangezien alle journalisten het persberichtje hadden overgeschreven van de telex en zelfs in deze komkommertijd niet de moeite namen om verder te graven ben ik zo vrij geweest de onderzoeker, de Nijmeegse fysioloog Dick Thijsen, te mailen met de vraag "Waarom werkt dit?".

Heel sportief had ik binnen een dag een reactie! Zijn antwoord was erg verduidelijkend maar helaas maar deels bevredigend omdat ze zelf ook nog niet weten waarom dit zo werkt;
"Er is op dit moment nog veel niet bekend over het mogelijk werkingsmechanisme van de ischemisch preconditioneren (‘afbinden van de benen’) op de prestatie. Daarnaast is het werkingsmechanisme mogelijk verschillend per sport/type prestatie. Dit is belangrijk om te vermelden. Dit onderzoek moet in de juiste context gezien worden. Dit is erg lastig, te meer omdat het echt nog maar in de kinderschoenen staat."
 Gelukkig kon hij nog wel iets meer vertellen hoe ze tot de conclusie zijn gekomen. Ze hebben namelijk twee effecten waargenomen:
  1. Ischemische preconditioneren zorgde voor een lagere opbouw van lactaat (bij dezelfde personen, op dezelfde loopsnelheid). Deze lagere opbouw van lactaat relateert aan de (duur)prestatie die iemand kan leveren. 
  2. Een zware acute inspanning zorgt voor een afname van de kwaliteit van de bloedvaten. Opvallend is dat ischemisch preconditioneren zorgde voor een bescherming tegen deze afname.
Mogelijk dat een of beide van de waargenomen effecten bijdragen aan een verbeterde sportprestatie maar dit is, volgens de onderzoeker "speculatief".
Zoals altijd mag je bij dit soort onderzoeken dan ook een disclaimer verwachten:
"Graag wil ik nogmaals benadrukken dat wij slechts aanwijzingen hebben gevonden dat deze mechanismen een rol spelen. Hoe groot deze rol is, of deze ook aanwezig is bij andere vormen van sporten/verschillende duur van de inspanning, de praktische relevantie en toepassing is allen op dit moment nog onbekend. Echter, het blijft natuurlijk wel een bijzonder fenomeen dat de prestatie zo flink verbeterd."
Kortom we weten in ieder geval iets meer dan op basis van de berichtjes in de professionele pers. Op mijn vraag; "Hoe kom erop om zoiets uberhaupt te onderzoeken?" is geen antwoord teruggekomen...

We blijven nieuwsgierig;p

Geen opmerkingen:

Een reactie posten